Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.6.1
13.6.1 Beslag strekt ter conservering, kennisname van bescheiden is derhalve niet mogelijk
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS380727:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Beslagsyllabus, versie december 2009, p. 11.
Rb. Arnhem (vzr.) 1 juni 2007, LJN BA9615, r.o. 4.13 (Synthon/Astellas Pharma); Rb. Maastricht (vzr.) 29 juli 2008, LJN BD9036, r.o. 3j (Medtronic/Abott); Rb. Zutphen (vzr.) 5 september 2008, LJN BE9976, r.o 4.6 (Wonders/X); Hof Den Bosch 17 maart 2009, LJN BI 7600, r.o. 4.3.1. e.v. (Medtronic/Abott).
Numann (Burgerlijke Rechtsvordering), art. 1019b, aant 2.
Beslagsyllabus, versie december 2009, p. 25.
C. van Nispen in zijn annotatie onder Rb. Arnhem (vzr.) 1 juni 2007 BIE 2008, 2.
L. Wijnbergen in annotatie onder Rb. Maastricht (vzr.) 29 juli 2008, JBPr 2009, 6 (Medtronic/Abbott), in vergelijkbare zin in annotatie onder Hof Den Bosch, 17 maart 2009, JBPr 2009, 46.
C.J.M. Klaassen, in: Knelpunten bijbeslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p. 761.
Van der Meer, Linssen & Van Oven 2009, p. 22.
Zie over deze problematiek meer in het algemeen: Kremer, 1999.
HR 16 oktober 1987, NJ 1988, 850(Driessens Assurantien/Van Gelder).
HR 7 februari 1992, NJ 1993, 78(Slempkes/Nool).
HR 27 april 2001, NJ 2001, 421(L/Wennekes Lederwaren); zie voor andere voorbeelden: HR 1 juli 1982, NJ 1983, 682, r.o. 3.4(X/Y) over de vraag of de echtgenote van de opsteller van een codicil onrechmatig handelt door daarvan een kopie te maken en deze te behouden; HR 9 januari 1987, NJ 1987, 928(G/K; bespiede bijstandsmoeder) over de vraag of de gemeente gebruik mag maken van niet anonieme tips; HR 12 februari 1993, NJ 1993, 599(W/Spijkenisse) over het inwinnen van inlichtingen bij derden; HR 11 november 1994, NJ 1995, 400(Scholten en Van Ofwegen/ Wierden) over het verkrijgen van informatie met gebruikmaking van technische hulpmiddelen (een camera).
Rb. Arnhem (vzr.) 1 juni 2007, LJN BA9615(Synthon/Astellas Pharma); zie over een geschil over de nakoming van deze verplichting: Rb. Arnhem (vzr.) 30 oktober 2007, LJN BB7448(Astellas Pharma/Synthon).
Hof Den Bosch 8 december 2009, LJN BK7639, r.o. 4.7.4 (Bacardi c.s./Warehousing c.s.).
Rb. Haarlem (vzr.) 27 februari 2009, LJN BH6255 r.o. 4.6 (X/Autoplanning).
Het beslag strekt er slechts toe om bewijs veilig te stellen, niet om daarvan kennis te nemen. In de beslagsyllabus wordt dan ook opgemerkt:
"Bij rekesten voor beslag tot afgifte van roerende zaken ... waarin het gestelde recht op afgifte is gebaseerd op ... artikel 843a Rv (eventueel juncto artikel 1019a Rv) en bij beslagrekesten ex artikel 1019b lid 1 juncto artikel 1019c lid 1 Rv (beide laatste betreffen zogenaamd "bewijsbeslag") wordt regelmatig verzocht om door de deurwaarder, een deskundige of door de gerechtelijk bewaarder (als om aanstelling van die laatste is gevraagd) onderzoek te mogen laten doen aan de in beslag te nemen zaken. Dergelijke verzoeken moeten niet worden gehonoreerd, aangezien de gerekwestreerde (doorgaans) niet op het beslagrekest wordt gehoord, terwijl de in beslag te nemen zaken (de boekhouding, computers e.d.) vertrouwelijke gegevens van de gerekwestreerde kunnen bevatten. Het doel van een conservatoir beslag is uitsluitend om de bestaande situatie te conserveren en niet om de beslaglegger de mogelijkheid te bieden om met het beslag bewijs te vergaren. Indien de beslaglegger aan de te zaken waarop hij beslag wil leggen onderzoek wenst te (doen) verrichten, dient hij een daartoe strekkende vordering (in kort geding) in te stellen, zodat gerekwestreerde in de gelegenheid wordt gesteld hiertegen verweer te voeren."
Aan het verlof kan worden toegevoegd:
"en bepaalt dat de gerechtelijke bewaarder daarvan geen inzage geeft of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis brengt van verzoeker of derden totdat door de voorzieningenrechter in kort geding, of door de bodemrechter, anders is bepaald." (vgl. Hof Den Bosch 30 mei 2007, LJN : BA0997; PRG 2007, 104)1
In overeenstemming met het bepaalde in de beslagsyllabus weigeren voorzieningen-rechters beslagleggers inzage in de in beslag genomen bescheiden, ook in IE-zaken,2 terwijl ook voor beschrijving en monsters in IE-zaken moet worden aangenomen dat daarvan geen kennis kan worden genomen.3 Dat geen inzage kan worden genomen is inmiddels ook verder geëxpliciteerd in de beslagsyllabus, doordat daarin is bepaald:
"Een verlof tot het leggen van bewijsbeslag kan niet automatisch ook een inzagerecht voor de beslaglegger inhouden. Voor een verzoek in een beslagrekest tot het leggen van bewijsbeslag om dat beslag "ten behoeve van inzage door verzoekster" te mogen leggen, kan geen grond zijn. Een dergelijk verzoek dient te worden afgewezen (vergelijk rechtbank Arnhem, 1 juni 2007, LJN : BA9615; NJ F 2007, 354 en Hof 's-Hertogenbosch, 17 maart 2009, LJN : BI7600). Om te voorkomen dat een dergelijk beslag voor andere doeleinden wordt gebruikt dan louter het voorkomen van verduistering van bewijsmateriaal dienen bij het verlenen van dit verlof aan het gebruik ervan de nodige voorwaarden te worden gesteld."4
Van Nispen5 heeft betoogd, dat uit de Handhavingsrichtlijn waarmee het bewijs-beslag in IE-zaken is geïntroduceerd niet blijkt dat op een bewijsbeslag een bodemprocedure moet volgen, zodat in het verlof bepaald zou moeten worden dat aan beslagleggers na enige tijd inzage in de bescheiden verleend zou moeten worden, tenzij de beslagene voordien in kort geding opkomt tegen de dreigende kennisneming van de bescheiden. Wijnbergen geeft terecht aan, dat belangen van de beslagene aldus niet afdoende worden beschermd: de vertrouwelijke informatie komt immers vrij, tenzij de beslagene zelf actie onderneemt. De bal ligt bij de beslaglegger, niet bij de beslagene, aldus Wijnbergen.6 Ook Klaassen7 en Linssen8 zijn dan ook terecht van oordeel dat beslaglegging geen aanspraak op inzage geeft.
Wordt in strijd met bepalingen in het verlof kennis genomen van bescheiden, dan zou betoogd kunnen worden dat van aldus verkregen bewijs gebruik kan worden gemaakt. Gebruikmaking van zonder toestemming verkregen bewijs is immers slechts onder bijkomende omstandigheden onrechtmatig.9 Omdat bijkomende omstandigheden ontbraken die tot onrechtmatigheid zouden leiden, mocht in het verleden bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een zonder toestemming gemaakte bandopname van een in het zakelijk verkeer gevoerd telefoongesprek van geheel zakelijke inhoud,10 een door een privédetective zonder toestemming gemaakte opname van een gesprek11 of een met een videocamera gemaakte opname tijdens haar werkzaamheden van een van diefstal verdachte caissière.12 In al deze gevallen was geen sprake van voorafgaande rechtelijke toetsing van de toelaatbaarheid van de wijze van bewijsgaring. Wanneer de rechter evenwel uitdrukkelijk bepaald heeft, dat van bescheiden geen kennis mag worden genomen, ligt zo'n lankmoedige houding niet voor de hand, zeker niet nu het verbod tot kennisneming een essentiële bevestiging is van het conservatoire karakter van het bewijsbeslag. Toen toch kennis genomen was van bescheiden ter gelegenheid van de beslaglegging gebood de voorzieningenrechter de beslaglegger dan ook terecht om geheimhouding te betrachten en deze geheimhouding ook op te leggen aan een ieder die van de bescheiden kennis had genomen.13 Evenzeer terecht oordeelde de voorzieningenrechter dat van informatie die de deurwaarder aan de beslaglegger had verstrekt geen gebruik gemaakt mocht worden ter onderbouwing van een tegen de beslagene gerichte vordering.14 Minder juist vind ik het oordeel van een rechter, dat in de bodemprocedure maar beoordeeld moest worden, of aldus onrechtmatig verkregen bewijs gebruikt zou mogen worden.15