Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1115
Medeplegen uitkeringsfraude, art. 227b Sr. HR: het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie, op gronden als vermeld in ECLI:NL:HR:2020:1496.
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1497
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/02801
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1497, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2020
Essentie
Medeplegen uitkeringsfraude, art. 227b Sr. HR: het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie, op gronden als vermeld in ECLI:NL:HR:2020:1496.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02801
Datum 6 oktober 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 29 mei 2019, nummer 22-001538-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] in het jaar 1958,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 29 mei 2019 het vonnis van de rechtbank Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.