Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/12.4:12.4 Abortus provocatus lege artis
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/12.4
12.4 Abortus provocatus lege artis
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS397996:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
EHRM 30 oktober 2012, appl.nr. 57375/08 (P. en S./Polen).
Van Raak-Kuiper 2007, p. 35.
Van Raak-Kuiper 2007, p. 3.
Rb. Zutphen 9 mei 2012, ECLI:NL:RBZUT:2012:BW5204.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bewust wordt hier voorbijgegaan aan de mogelijkheid van de vrouw om de ongewenste zwangerschap te beëindigen. Overigens geldt deze mogelijkheid op grond van de Wet afbreking zwangerschap (Waz) ook voor iedere andere vrouw die haar zwangerschap wenst af te breken. Natuurlijk zijn er in beide groepen, verkrachte en niet-verkrachte, vrouwen die grote morele bezwaren tegen een abortus hebben, bijvoorbeeld wegens hun geloofsovertuiging. Met name de verkrachte vrouw wordt aldus voor een duivels dilemma geplaatst: enerzijds heeft zij de zwangerschap ten gevolge van deze verkrachting uiteraard beslist niet gewild, maar anderzijds wil zij de vrucht ook beslist niet laten aborteren. Zonder abortus is deze vrouw niet alleen in het huidige recht, maar ook in de nieuwe visie bij de geboorte van het kind de juridische moeder.
Het dilemma is niet het gevolg van de verkrachting. Ook een anderszins ongewenste zwangerschap zonder verkrachting en de eerder genoemde geloofsovertuiging zouden tot ditzelfde dilemma leiden. Het duivelse van het dilemma kan echter wel worden veroorzaakt door het enkele feit dat de vrouw bij een verkrachting niets meer te maken wil hebben met de veroorzaker van haar ongeluk, terwijl bij een andere ongewenste zwangerschap de relatie, hoe kortstondig ook, niet wordt verstoord of in ieder geval niet behoeft te worden verstoord. Na de geboorte van het kind kan zij dit kind behouden of afstaan. Beide handelingen veranderen natuurlijk niet de positie van de verwekker. Hij blijft de juridische vader. Dat ook het spiegelbeeld van bovengenoemd dilemma voorkomt, moge blijken uit de uitspraak van het Europese Hof, waarin Polen tot schadevergoeding werd veroordeeld.1 In deze casus wilde een 14-jarig Pools meisje dat was verkracht, juist wél een abortus, terwijl de Poolse autoriteiten, artsen, priesters, rechters en anti-abortusactivisten de abortus tegenhielden.
De auteur realiseert zich zeer wel dat er verkrachte vrouwen zijn die bij een onverhoopte zwangerschap geen abortus overwegen. Desalniettemin is hij het met Van Raak-Kuiper eens ‘dat moeder worden tegen wil en dank door deze mogelijkheden (naast de afbreking van de zwangerschap tot de dertiende week noemt zij ook de beschikbaarheid van betrouwbare anticonceptiemiddelen, toevoeging PK), steeds minder vaak voorkomt’.2 Ook de kinderen die worden geboren ten gevolge van een verkrachting, hebben het intrinsieke recht hun verwekker, juridische vader, te kennen. Van Raak-Kuiper refereert aan een televisie-uitzending op 27 mei 2004, waarin werd getoond dat ‘zelfs kinderen die in Nederlands-Indië verwekt zijn door Japanse gevangenbewaarders, op zoek zijn gegaan naar hun vaders’.3 In 2011 heeft een vrouw van 48 jaar een verzoek tot herroeping van een adoptie ingediend. Gelijktijdig heeft zij een verzoek ingediend voor een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man die haar moeder had verkracht.4 In de nieuwe visie zou dit laatste niet nodig zijn geweest. De verkrachter was al de juridische vader.