Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/245
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Reisovereenkomst gesloten tussen in een lidstaat woonachtige consument en een in een andere lidstaat gevestigd reisbureau dat gebruik maakt van een dienstverrichter die gevestigd is in de lidstaat waar de consument woont; "wederpartij bij de overeenkomst" in art. 16, lid 1; internationaliteitsvereiste.
HvJ EU 14-11-2013, ECLI:EU:C:2013:735 (Armin Maletic/Lastminute.com)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 november 2013
- Magistraten
C.G. Fernlund, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-478/12
- Conclusie
A-G P. Cruz Villalón
- Roepnaam
Armin Maletic/Lastminute.com
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:735, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑11‑2013
- Wetingang
Art. 16 Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening)
Essentie
Armin Maletic e.a. tegen lastminute.com GmbH e.a
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Landesgericht Feldkirch (Oostenrijk) bij beslissing van 20 september 2012.
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Reisovereenkomst gesloten tussen in een lidstaat woonachtige consument en een in een andere lidstaat gevestigd reisbureau dat gebruik maakt van een dienstverrichter die gevestigd is in de lidstaat waar de consument woont; ‘wederpartij bij de overeenkomst’ in art. 16, lid 1; internationaliteitsvereiste.
Het begrip ‘wederpartij bij de overeenkomst’ in art. 16, lid 1, van de EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat het, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.