Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/241
Toepassing van beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties. ‘Met name in strafzaken bevoegde rechter’. ‘Unabhängige Verwaltungssenat’ in Oostenrijks recht.
HvJ EU 14-11-2013, ECLI:EU:C:2013:733 (Marian Balaz)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Grote kamer)
- Datum
14 november 2013
- Magistraten
V. Skouris, K. Lenaerts, A. Tizzano, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, A. Borg Barthet, A. Rosas, J. Malenovský, A. Arabadjiev, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-60/12
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- Roepnaam
Marian Balaz
- Vakgebied(en)
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:733, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie (Grote kamer), 14‑11‑2013
- Wetingang
Kaderbesluit van de Raad over het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties. Bepaling van lidstaat die verantwoordelijk voor behandeling van asielverzoek dat door onderdaan van derde land bij een van de lidstaten is ingediend. Criteria voor bepaling van verantwoordelijke lidstaat.
Essentie
Geldelijke sanctie opgelegd aan Marián Balá.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Vrchní soud/Praze (Tsjechië) bij beslissing van 27 januari 2012.
Toepassing van beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties. ‘Met name in strafzaken bevoegde rechter’. ‘Unabhängige Verwaltungssenat’ in Oostenrijks recht.
Het begrip ‘met name in strafzaken bevoegde rechter’, zoals bedoeld in art. 1 onder a iii kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties, zoals gewijzigd bij kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 29 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.