Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/887
Feiten waarop bijzondere bewijsoverweging steunt niet vermeld in bewijsmiddelen.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ4435
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/05098
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BQ4435
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ4435, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4435, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2011
Essentie
Feiten waarop bijzondere bewijsoverweging steunt niet vermeld in bewijsmiddelen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 november 2009, nummer 23/003099-08, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. Scholte, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te Amsterdam wegens 1. ‘mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis en wegens 2. ‘overtreding van artikel 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.