Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/837
Griffierecht. Verzoekschrift in verband met ondertoezichtstelling; niet-ontvankelijkheid cassatieberoep wegens niet tijdig voldaan zijn griffierecht?
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3890
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
11/00605
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BQ3890
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3890, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑02‑2011
- Wetingang
Wgbz art. 3 lid 4; Rgbz art. 1 lid 1, aanhef en onder f
Essentie
Griffierecht. Verzoekschrift in verband met ondertoezichtstelling; niet-ontvankelijkheid cassatieberoep wegens niet tijdig voldaan zijn griffierecht?
De omstandigheid dat in deze zaak eerst na afloop van de in art. 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken bedoelde termijn griffierecht op de rekening van de Hoge Raad is bijgeschreven, staat niet in de weg aan de ontvankelijkheid van het beroep, aangezien het beroepschrift in cassatie, dat moet worden aangemerkt als een verzoekschrift in verband met de ondertoezichtstelling van minderjarigen als bedoeld in art. 1 lid 1, aanhef en onder f, van de Regeling griffierechten burgerlijke zaken, is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.