Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/864
Onvoldoende bewijs medeplichtigheid hennepteelt.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1961
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
09/02884
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BQ1961
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1961, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1961, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Ontoereikend bewijs voor opzet op medeplichtigheid aan hennepteelt. De vastgestelde omstandigheden - de verhuur door verdachte van ruimten voor een groot geldbedrag, aan een onbekend persoon, ten behoeve van opslag van vervalste merkartikelen, met wie enkel indirect kon worden gecommuniceerd, zonder enige controle van verdachte op het daadwerkelijke gebruik van de ruimten –is onvoldoende voor het aannemen van (voorwaardelijk) opzet op medeplichtigheid aan hennepteelt.
Partij(en)
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 8 juli 2009, nummer 22/006320-08, in de strafzaak tegen: B. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkernisse. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.