De deelnemingsvrijstelling voorkomt economisch dubbele belastingheffing in concernverband. De moedervennootschap kan de resultaten uit hoofde van een deelneming, zoals dividenden en vervreemdingswinsten, onbelast genieten. Er is echter ook een keerzijde: een deelnemingsverlies is niet aftrekbaar, tenzij het een liquidatieverlies betreft.
Voordeel uit hoofde van een deelneming
Een belangrijke voorwaarde voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling is dat het betreffende voordeel wordt genoten uit hoofde van een deelneming. Voordelen die kwalificeren als een dienstverleningsvergoeding vallen dus bijvoorbeeld niet onder de deelnemingsvrijstelling.
5%-criterium
Om de deelnemingsvrijstelling te kunnen toepassen, moet de moedervennootschap als hoofdregel voor tenminste 5% aandeelhouder zijn van het nominaal gestorte kapitaal van de dochtervennootschap.
Reikwijdte van de deelnemingsvrijstelling
De meeste bekende voordelen die onder de deelnemingsvrijstelling vallen, zijn dividenden en vervreemdingsvoordelen. Er zijn echter ook andere voordelen die onder de deelnemingsvrijstelling kunnen vallen, zoals het resultaat op opties op een deelneming en (op verzoek) het resultaat op valutarisicoafdekinstrumenten. Ook de kosten die verband houden met de aan- of verkoop van een deelneming vallen onder de deelnemingsvrijstelling en zijn dus niet aftrekbaar.
Liquidatieverlies
Bij de liquidatie van een dochtervennootschap mag de moedervennootschap onder strikte voorwaarden het liquidatieverlies in aftrek brengen. Dit verlies is in de basis gelijk aan de investering in de dochtervennootschap minus de liquidatie-uitkering.
Inkomsten uit laagbelast mobiel kapitaal
De wetgever heeft willen voorkomen dat de deelnemingsvrijstelling kan worden toegepast op inkomsten uit laagbelast mobiel kapitaal. De deelnemingsvrijstelling geldt daarom niet voor inkomsten uit niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2019 een Controlled Foreign Company (CFC) regeling. Op grond van deze regeling worden passieve, laagbelaste inkomsten van een gecontroleerde vennootschap onder voorwaarden opgenomen in de belastinggrondslag van de Nederlandse moedervennootschap.
De toepassing van de deelnemingsvrijstelling op gesplitste en volwaardige belangen (deel 1 en 2), R.P.C.W.M. Brandsma, P. Ruige en R. Bagci, WFR 2017/242 en WFR 2017/248
Schadevergoedingen en deelnemingsvrijstelling (deel 1 en deel 2), M.F.D. Schul en M. Knop, WFR 2015/1046 en WFR 2015/1069
Arthur Hofman
Verbonden aan STP Tax en Tilburg University
Meer over Arthur Hofman
De deelnemingsvrijstelling voorkomt economisch dubbele belastingheffing in concernverband. De moedervennootschap kan de resultaten uit hoofde van een deelneming, zoals dividenden en vervreemdingswinsten, onbelast genieten. Er is echter ook een keerzijde: een deelnemingsverlies is niet aftrekbaar, tenzij het een liquidatieverlies betreft.
Voordeel uit hoofde van een deelneming
Een belangrijke voorwaarde voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling is dat het betreffende voordeel wordt genoten uit hoofde van een deelneming. Voordelen die kwalificeren als een dienstverleningsvergoeding vallen dus bijvoorbeeld niet onder de deelnemingsvrijstelling.
5%-criterium
Om de deelnemingsvrijstelling te kunnen toepassen, moet de moedervennootschap als hoofdregel voor tenminste 5% aandeelhouder zijn van het nominaal gestorte kapitaal van de dochtervennootschap.
Reikwijdte van de deelnemingsvrijstelling
De meeste bekende voordelen die onder de deelnemingsvrijstelling vallen, zijn dividenden en vervreemdingsvoordelen. Er zijn echter ook andere voordelen die onder de deelnemingsvrijstelling kunnen vallen, zoals het resultaat op opties op een deelneming en (op verzoek) het resultaat op valutarisicoafdekinstrumenten. Ook de kosten die verband houden met de aan- of verkoop van een deelneming vallen onder de deelnemingsvrijstelling en zijn dus niet aftrekbaar.
Liquidatieverlies
Bij de liquidatie van een dochtervennootschap mag de moedervennootschap onder strikte voorwaarden het liquidatieverlies in aftrek brengen. Dit verlies is in de basis gelijk aan de investering in de dochtervennootschap minus de liquidatie-uitkering.
Inkomsten uit laagbelast mobiel kapitaal
De wetgever heeft willen voorkomen dat de deelnemingsvrijstelling kan worden toegepast op inkomsten uit laagbelast mobiel kapitaal. De deelnemingsvrijstelling geldt daarom niet voor inkomsten uit niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2019 een Controlled Foreign Company (CFC) regeling. Op grond van deze regeling worden passieve, laagbelaste inkomsten van een gecontroleerde vennootschap onder voorwaarden opgenomen in de belastinggrondslag van de Nederlandse moedervennootschap.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 13 Wet VPB 1969
Artikel 13ab Wet Vpb 1969
Artikel 13d Wet VPB 1969
Artikel 13b Wet VPB 1969 en artikel 13ba Wet VPB 1969
Artikel 23c Wet VPB 1969
Besluit van 9 maart 2020, nr. 2020-0000000002, V-N 2020/17.9
Standaardarrest
HR 22 december 2023, nr. 22/02219, ECLI:NL:HR:2023:1793, BNB 2024/28, V-N 2024/3.7
HR 7 juni 2019, nr. 17/04077, ECLI:NL:HR:2019:886, BNB 2019/117, V-N 2019/29.6, FED 2019/119, TaxVisions editie 14 juni 2019
Hof ’s-Hertogenbosch 17 oktober 2019, nrs. 18/00716 en 19/00047, ECLI:NL:GHSHE:2019:3835, V-N 2019/60.8, TaxVisions editie 20 december 2019
HR 7 december 2018, nr. 17/01211, ECLI:NL:HR:2018:2264, BNB 2019/26, V-N 2018/66.6, FED 2019/39, Belastingadvies 2019/4.5, TaxVisions editie 14 december 2018
HR 14 juni 2013, nr. 11/04538, ECLI:NL:HR:2013:BY1244, BNB 2013/177, V-N 2012/58.12, V-N 2013/29.19, FED 2013/89, Belastingadvies 2013/16.6, NJB 2013/1567
HR 22 november 2002, nr. 36 272, ECLI:NL:HR:2002:AD8488, BNB 2003/34, WFR 2002/1763, V-N 2002/59.17, FED 2003/104, Ondernemingsrecht 2002, 63
Belangrijkste uitspraken
Hof Amsterdam 5 april 2022, nr. 20/00576, ECLI:NL:GHAMS:2022:1038, V-N 2022/30.1.2, Belastingadvies 2022/14.3
HR 10 juli 2020, nr. 18/03268, ECLI:NL:HR:2020:1270, BNB 2020/160, V-N 2020/34.8
HR 7 juni 2019, nr. 17/04077, ECLI:NL:HR:2019:886, BNB 2019/117, V-N 2019/29.6, FED 2019/119, TaxVisions editie 14 juni 2019
HvJ EU 22 februari 2018, gevoegde zaken nrs. C‑398/16 en C‑399/16, ECLI:EU:C:2018:110, BNB 2018/92, V-N 2018/11.14, TaxVisions editie 2 maart 2018
HR 23 september 2016, nr. 15/02428, ECLI:NL:HR:2016:2124, BNB 2017/11, V-N 2016/47.10, FED 2016/125, TaxVisions editie 30 september 2016
HR 9 september 2016, nr. 15/00707, ECLI:NL:HR:2016:2036, BNB 2016/214, V-N 2016/45.13, Belastingadvies 2016/20.5, TaxVisions editie 16 september 2016
Literatuur
F.J. Elsweier, VPB gids, Deventer: Wolters Kluwer 2024, VPBG 2024/7.1, Hoofdstuk 7 Deelnemingsvrijstelling
De per 1 januari 2019 ingevoerde CFC-maatregel: voorkomen is beter dan genezen!, C.G. van der Burgt en A.W. Hofman, TFO 2019/161.1
W.C.M. Martens, De deelnemingsvrijstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Fed Fiscale Brochures), Wolters Kluwer 2017
De deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening, J.A.G. van der Geld en A.W. Hofman (Fiscale Monografieën, nr. 149), Wolters Kluwer, 2017
De toepassing van de deelnemingsvrijstelling op gesplitste en volwaardige belangen (deel 1 en 2), R.P.C.W.M. Brandsma, P. Ruige en R. Bagci, WFR 2017/242 en WFR 2017/248
Schadevergoedingen en deelnemingsvrijstelling (deel 1 en deel 2), M.F.D. Schul en M. Knop, WFR 2015/1046 en WFR 2015/1069
R.J. de Vries, Samenloop van de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting, Fiscale monografieën, nr. 75, Deventer: Kluwer 1996
Naslag
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13 Wet VPB 1969, aant. 2
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13 Wet VPB 1969, aant. 3
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13 Wet VPB 1969, aant. 4 en aant. 5
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13b Wet VPB 1969, aant. 2
Dit commentaar behandelt de vervreemding of overbrenging van afgewaardeerde schuldvordering in verbonden verhoudingen.
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13ba Wet VPB 1969, aant. 2
Dit commentaar behandelt de omzetting en prijsgeven van afgewaardeerde vorderingen.
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 13d Wet VPB 1969, aant. 1
Dit commentaar behandelt de liquidatieverliesregeling.
Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 23c Wet VPB 1969, aant. 1
Dit commentaar behandelt de deelnemingsvrijstelling.
Cursus Belastingrecht, Liquidatie van kapitaalvennootschappen, dr. A.W. Hofman
Cursus Belastingrecht, Vpb.2.4.0 De deelnemingsvrijstelling
Cursus Belastingrecht, Vpb.2.4.3 Beleggingsdeelnemingen
Verwante onderwerpen
Thema: Compartimenteringsreserve: verplichte reservering bij sfeerovergang
Thema: De implementatie van anti-belastingontwijkingsrichtlijn 1 (ATAD 1)
Thema: Fiscale eenheid in de Vpb
Thema: Hybridemismatchmaatregelen (ATAD 2)
Thema: Vennootschapsbelastinggevolgen van fusies en splitsingen