Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het derde lid komt te luiden:
3
Een herziening van de uitkering als gevolg van een herziening van het dagloon vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
- 2.
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaalt de herziene uitkering, bedoeld in het derde lid, bij de eerstvolgende uitkeringsbetaling nadat de herziening, bedoeld in het eerste lid, heeft plaatsgevonden.
- B.
Artikel 30a, tweede lid, komt te luiden:
2
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan geheel of gedeeltelijk van herziening of intrekking afzien indien daarvoor dringende redenen zijn.
- C.
In artikel 33 vervalt, onder vernummering van het zesde en zevende lid tot vijfde en zesde lid, het vijfde lid.
- D.
Artikel 33a, eerste lid, komt te luiden:
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de onverschuldigd betaalde uitkering, bedoeld in artikel 33, eerste lid, invorderen bij dwangbevel.
- E.
Artikel 33b komt te luiden:
Artikel 33b
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van tenuitvoerlegging van de beschikking waarbij is vastgesteld dat onverschuldigd is betaald.
- F.
Artikel 38, derde lid, komt te luiden:
4
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste € 454 indien de werkgever de verplichting, bedoeld in de eerste zin van het tweede lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen. De artikelen 45a, derde, vierde en zesde lid, 45c, en 45g, vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
- G.
Artikel 38a, zevende lid, komt te luiden:
7
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste € 454 indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het vijfde of zesde lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen. De artikelen 45a, derde, vierde en zesde lid, 45c en 45g, vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
- H.
Artikel 39a wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Onder vernummering van het zevende lid tot vierde lid vervallen het derde tot en met zesde lid.
- 2.
Er wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de in het eerste lid bedoelde bedragen invorderen bij dwangbevel.
- I.
Artikel 40, vierde lid, komt te luiden:
4
Een herziening van de betaling op grond van het eerste lid als gevolg van een wijziging van de verschuldigde bijdrage vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
- J.
Artikel 45, derde tot en met vijfde lid, komen te luiden:
3
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 31, eerste lid, 38, tweede lid, derde zin, of 49, indien het niet tijdig nakomen van de verplichting niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.
4
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan afzien van het opleggen van een maatregel indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.
5
Het opleggen van een maatregel blijft achterwege, indien voor dezelfde gedraging:
- a.
een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 45a wordt opgelegd;
- b.
een maatregel op grond van artikel 27, vierde lid, van de Werkloosheidswet wordt opgelegd, of
- c.
een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 27a van de Werkloosheidswet wordt opgelegd.
- K.
Artikel 45a komt te luiden:
Artikel 45a
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste € 2 269 ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen door de verzekerde van de verplichting, bedoeld in artikel 31, eerste lid, of 49.
2
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen door de verzekerde van de verplichting, bedoeld in artikel 31, eerste lid, of 49, indien dit niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de werknemer een zodanige waarschuwing is gegeven.
3
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.
4
Degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd is verplicht desgevraagd aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de inlichtingen te verstrekken die voor de tenuitvoerlegging van de boete van belang zijn.
5
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de hoogte van de bestuurlijke boete.
6
Het opleggen van een bestuurlijke boete blijft achterwege indien voor dezelfde gedraging een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 27a van de Werkloosheidswet wordt opgelegd.
- L.
Artikel 45b vervalt.
- M.
Artikel 45c komt te luiden:
Artikel 45c
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van tenuitvoerlegging van de beschikking waarbij de bestuurlijke boete is opgelegd.
- N.
De artikelen 45d en 45e vervallen.
- O.
In artikel 45f wordt ‘boete’ vervangen door: bestuurlijke boete.
- P.
Artikel 45g komt te luiden:
Artikel 45g
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verrekent de bestuurlijke boete met een uitkering op grond van deze wet, de Werkloosheidswet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, de Wet arbeid en zorg of een toeslag op grond van de Toeslagenwet, die degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd ontvangt.
2
De Sociale verzekeringsbank onderscheidenlijk de gemeente betaalt het bedrag van de bestuurlijke boete, zonder dat daarvoor een machtiging nodig is, op zijn verzoek aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen indien degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Wet werk en inkomen kunstenaars.
3
De in artikel 479g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de raad voor de kinderbescherming toegekende bevoegdheid komt gelijkelijk toe aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Indien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4.4.4.2.10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per post aan de persoon aan wie de boete is opgelegd.
4
Zolang de verzekerde zijn verplichting, bedoeld in artikel 45a, vierde lid, niet of niet behoorlijk nakomt:
- a.
is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in afwijking van artikel 4.4.1.9, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot verrekening van de bestuurlijke boete voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn;
- b.
geldt de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in afwijking van artikel 4.4.4.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht, niet bij de invordering van een bestuurlijke boete bij dwangbevel.
- Q.
In artikel 45h wordt ‘boete’ vervangen door: bestuurlijke boete.
- R.
Artikel 47 vervalt.
- S.
Artikel 47a wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot eerste tot en met vierde lid vervalt het eerste lid.
- 2.
Het nieuwe eerste lid komt te luiden:
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaalt geen voorschot indien onzekerheid bestaat over het recht op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of het recht op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid.
- T.
Artikel 52c komt te luiden:
Artikel 52c
1
Het ziekengeld wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld, indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat aan een beschikking geen behoefte bestaat.
2
Het ziekengeld wordt beëindigd zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld indien sprake is van een spontane werkhervatting. Indien de belanghebbende binnen een redelijke termijn om een beschikking verzoekt, dan wordt deze zo spoedig mogelijk alsnog verstrekt.
3
Een herziening van het ziekengeld als gevolg van een aanpassing van het dagloon aan het loonpeil in het beroep van de werknemer vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
4
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaalt het ziekengeld, bedoeld in het eerste lid, binnen zes weken na indiening van de aanvraag.
5
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaalt de herziene uitkering, bedoeld in het derde lid, bij de eerstvolgende ziekengeldbetaling nadat de aanpassing van het dagloon, bedoeld in dat lid, heeft plaatsgevonden.
- U.
Artikel 63c komt te luiden:
Artikel 63c
Indien de werkgever zich met betrekking tot de begeleiding van zijn zieke werknemers niet meer laat bijstaan door een arbodienst meldt hij dat zo spoedig mogelijk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste € 454 indien de werkgever deze verplichting niet is nagekomen. De artikelen 45a, derde, vierde en zesde lid, 45c, en 45g, vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
- V.
Artikel 81 vervalt.