Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 1 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
- B.
In artikel 17 wordt ‘beboetbaar feit’ vervangen door: overtreding.
- C.
In artikel 17a wordt ‘het beboetbare feit’ vervangen door: de overtreding.
- D.
In artikel 18, eerste en tweede lid, wordt ‘beboetbaar feit’ vervangen door: overtreding.
- E.
Artikel 18 a vervalt.
- F.
Artikel 18b komt te luiden:
Artikel 18b
1
Onverminderd artikel 5.4.2.1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt het rapport in ieder geval:
- a.
de bij de overtreding betrokken persoon of personen;
- b.
het officiële nummer waaronder het betreffende vervoermiddel is geregistreerd, voor zover in verband met de overtreding van belang.
2
Het rapport wordt toegezonden aan de op grond van artikel 19a, eerste lid, aangewezen ambtenaar.
- G.
Artikel 19 vervalt.
- H.
Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar legt namens hem de bestuurlijke boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een overtreding.
- 2.
In het tweede lid wordt ‘beboetbare feiten’ vervangen door ‘overtredingen’ en wordt ‘beboetbaar feit’ vervangen door: overtreding.
- I.
Artikel 19b komt te luiden:
Artikel 19b
Geen bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens deze wet, tevens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 19c oplevert.
- J.
Artikel 19c komt te luiden:
Artikel 19c
Een overtreding wordt aangemerkt als een strafbaar feit, indien tweemaal binnen een aan de dag van het constateren van die overtreding voorafgaande periode van 48 maanden, met respectievelijke tussenliggende perioden van ten hoogste 24 maanden, voor een overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting een bestuurlijke boete is opgelegd die onherroepelijk is geworden.
- K.
Artikel 19d wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, aanhef, en vierde lid wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- 2.
In het eerste lid, aanhef, wordt ‘beboetbaar feit’ vervangen door: overtreding.
- 3.
Het tweede lid komt te luiden:
2
Onverminderd het eerste lid verhoogt de aangewezen ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, de op te leggen bestuurlijke boete met 50%, indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.
- 4.
In het derde lid wordt ‘de beboetbare feiten’ vervangen door: de overtredingen.
- 5.
Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Artikel 5.4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel gesteld bij of krachtens deze wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, niet is nageleefd.
- L.
Artikel 19e vervalt.
- M.
Artikel 19f komt te luiden:
Artikel 19f
Indien een bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, wordt deze binnen zes weken nadat is vastgesteld dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbende terugbetaald.
- N.
De artikelen 19g tot en met 19j vervallen.