Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Wet werk en inkomen kunstenaars wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14. Voorschot
1
Het door het college verleende voorschot heeft de vorm van een renteloze geldlening.
2
Indien een uitkering wordt verleend over een periode waarover met toepassing van het eerste lid een of meer voorschotten is verleend, kan deze uitkering zonder machtiging van de kunstenaar worden verrekend met het voorschot of de voorschotten.
- B.
Artikel 29, derde lid, komt te luiden:
3
Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering worden verhoogd met de op de terugvordering betrekking hebbende kosten.
- C.
Artikel 34 komt te luiden:
Artikel 34. Besluit tot terugvordering
1
De kunstenaar van wie kosten van uitkering worden teruggevorderd is verplicht desgevraagd aan het college de inlichtingen te verstrekken die voor terugvordering op grond van dit hoofdstuk van belang zijn.
2
Het college kan de kosten van de uitkering, bedoeld in dit hoofdstuk invorderen bij dwangbevel.
3
De in artikel 479g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de raad voor de kinderbescherming toegekende bevoegdheid komt gelijkelijk toe aan het college. Indien het college gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4.4.4.2.10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per post aan degene van wie kosten van uitkering worden teruggevorderd.
4
Zolang de kunstenaar zijn verplichting, bedoeld in het eerste lid, niet of niet behoorlijk nakomt:
- a.
is het college, in afwijking van artikel 4.4.1.9, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot verrekening voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn;
- b.
geldt de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in afwijking van artikel 4.4.4.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht, niet bij invordering van kosten van uitkering bij dwangbevel.
5
Terugvordering van kosten van uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek omschreven.