Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Artikel 61 Toegang voor de centrale autoriteiten tot informatie
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Inwerkingtreding
30-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Op de voorwaarden, voorzien in dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 51, lid 4, wendt de aangezochte centrale autoriteit alle passende en redelijke middelen aan om de in lid 2 bedoelde informatie in te winnen teneinde in een gegeven zaak de verkrijging, de wijziging, de erkenning, de uitvoerbaarverklaring of de tenuitvoerlegging van een beslissing te vergemakkelijken.
Overheidsinstanties of -administraties die in het kader van hun gebruikelijke activiteiten in de aangezochte lidstaat over de in lid 2 bedoelde informatie beschikken en met de verwerking ervan in de zin van Richtlijn 95/46/EG zijn belast, verstrekken deze informatie, onder voorbehoud van de beperkingen omwille van de nationale of de openbare veiligheid, aan de aangezochte centrale autoriteit. De verstrekking geschiedt op haar verzoek ingeval zij niet rechtstreeks toegang heeft tot die informatie.
De lidstaten kunnen de overheidsinstanties of -administraties aanwijzen die aan de aangezochte centrale autoriteit de in lid 2 bedoelde informatie kunnen verstrekken. Een lidstaat die tot een dergelijke aanwijzing overgaat, ziet er daarbij op toe dat bij die keuze van instanties en administraties zijn centrale autoriteit, conform dit artikel, toegang kan krijgen tot de gevraagde informatie.
Elke andere rechtspersoon die in de aangezochte lidstaat over de in lid 2 bedoelde informatie beschikt en met de verwerking ervan in de zin van Richtlijn 95/46/EG is belast, verstrekt deze informatie op verzoek aan de aangezochte centrale autoriteit indien zij daartoe volgens het recht van de aangezochte lidstaat gemachtigd is.
De aangezochte centrale autoriteit verstrekt de aldus verkregen informatie, voor zover nodig, aan de verzoekende centrale autoriteit.
2.
Het betreft informatie als in dit artikel bedoeld, die reeds in het bezit is van de in lid 1 bedoelde overheidsinstanties, -administraties of personen. De informatie moet toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn en heeft betrekking op:
- a)
het adres van de onderhoudsplichtige of van de onderhoudsgerechtigde;
- b)
de inkomsten van de onderhoudsplichtige;
- c)
de gegevens omtrent de werkgever van de onderhoudsplichtige en/of de bankrekening of bankrekeningen van de onderhoudsplichtige, en
- d)
het vermogen van de onderhoudsplichtige.
Ten behoeve van de verkrijging of de wijziging van een beslissing kan de aangezochte centrale autoriteit uitsluitend de in punt a) bedoelde informatie opvragen.
Ten behoeve van de erkenning, de uitvoerbaarverklaring of de tenuitvoerlegging van een beslissing kan de aangezochte centrale autoriteit alle in de eerste alinea bedoelde informatie opvragen. De in punt d), bedoelde informatie kan evenwel alleen worden opgevraagd voor zover de in de punten b) en c), bedoelde informatie niet volstaat om de beslissing ten uitvoer te kunnen leggen.