Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Artikel 19 Recht om heroverweging te vragen
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Inwerkingtreding
30-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De verweerder die in de lidstaat van herkomst niet is verschenen, heeft het recht om het bevoegde gerecht van die lidstaat te verzoeken de beslissing te heroverwegen, indien:
- a)
het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig was, aan hem is betekend of meegedeeld, of
- b)
hij de aanspraak op levensonderhoud door overmacht of buitengewone omstandigheden buiten zijn wil niet heeft kunnen betwisten,
tenzij de verweerder tegen de beslissing geen rechtsmiddel heeft aangewend terwijl hij daartoe in staat was.
2.
De termijn waarbinnen om heroverweging kan worden verzocht, gaat in op de dag waarop de verweerder daadwerkelijk kennis heeft gekregen van de inhoud van de beslissing en in staat was om op te treden, zij het uiterlijk op de dag van de eerste tenuitvoerleggingsmaatregel waardoor hij de beschikking over zijn goederen geheel of gedeeltelijk verliest. De verweerder handelt zonder verwijl en in ieder geval binnen een termijn van 45 dagen. De termijn kan niet op grond van afstand worden verlengd.
3.
Indien het gerecht het in lid 1 bedoelde verzoek tot heroverweging afwijst omdat aan geen van de aldaar genoemde voorwaarden voor heroverweging is voldaan, blijft de beslissing van kracht.
Indien het gerecht beslist dat de heroverweging gegrond is omdat aan een van de in lid 1 genoemde voorwaarden is voldaan, is de beslissing nietig. De onderhoudsgerechtigde verliest echter niet de voordelen voortvloeiend uit stuiting van de verjaring of uit verval van de aanspraak, of het recht om voor het verleden aanspraak op levensonderhoud te maken dat hij op grond van het oorspronkelijke verzoek zou hebben verkregen.