Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 18 Milieukwaliteitsnormen
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Indien met het oog op een milieukwaliteitsnorm strengere voorwaarden worden vereist dan die welke door toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar zijn, worden in de vergunning extra maatregelen opgenomen met het oog op de vermindering van de specifieke bijdrage van de installatie tot de verontreiniging die in het betrokken gebied optreedt, onverminderd andere maatregelen die kunnen worden genomen om te voldoen aan milieukwaliteitsnormen.
Indien overeenkomstig de eerste alinea strengere voorwaarden zijn opgenomen in de vergunning, beoordeelt de bevoegde autoriteit de impact van de strengere voorwaarden op de concentratie van de betrokken verontreinigende stoffen in het ontvangende milieu.
Indien de door de installatie uitgestoten vracht verontreinigende stoffen een kwantificeerbaar of meetbaar effect op het milieu heeft, zorgen de lidstaten ervoor dat de concentratie van de betrokken verontreinigende stoffen in het ontvangende milieu wordt gemonitord. De resultaten van deze monitoring worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteit.
Voor zover voor elke betrokken verontreinigende stof monitoring- en meetmethoden worden voorgeschreven in andere relevante Uniewetgeving, worden deze methoden, inclusief resultaatgerichte methoden, indien toepasselijk, gebruikt ten behoeve van de in de derde alinea bedoelde monitoring.