Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 15 bis Beoordeling van de naleving
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
Voor de beoordeling van de naleving onder normale bedrijfsomstandigheden van de emissiegrenswaarden overeenkomstig artikel 14, lid 1, onder h), mag de correctie die op de metingen ter bepaling van de gevalideerde gemiddelde emissiewaarden wordt toegepast, de meetonzekerheid van de meetmethode niet overschrijden.
2.
De Commissie stelt uiterlijk op 1 september 2026 een uitvoeringshandeling vast tot vaststelling van de methode voor het beoordelen van de naleving onder normale bedrijfsomstandigheden van de in de vergunning opgenomen emissiegrenswaarden met betrekking tot emissies in de lucht en het water. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 75, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De in de eerste alinea bedoelde methode betreft ten minste de bepaling van gevalideerde gemiddelde emissiewaarden en geeft aan hoe bij de beoordeling van de naleving rekening moet worden gehouden met de meetonzekerheid en de frequentie waarmee de emissiegrenswaarden worden overschreden.
3.
Wanneer een installatie die onder het toepassingsgebied van dit hoofdstuk valt, tevens onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III of IV valt, en de naleving van de overeenkomstig dit hoofdstuk vastgestelde emissiegrenswaarden is aangetoond op grond van lid 1 van dit artikel, wordt de installatie geacht ook te voldoen aan de overeenkomstig hoofdstuk III of IV vastgestelde emissiegrenswaarden voor de betrokken verontreinigende stoffen onder normale bedrijfsomstandigheden.