Einde inhoudsopgave
Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken
Artikel 10 Financiële regelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de wijziging van 15-10-2016, Trb. 2017, 96.
- Bronpublicatie:
15-10-2016, Trb. 2017, 96 (uitgifte: 28-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-10-2016, Trb. 2017, 96 (uitgifte: 28-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen stellen regelingen vast voor financiële en technische samenwerking, met inbegrip van de overdracht van technologieën, ten behoeve van de onder de werking van het eerste lid van artikel 5 van dit Protocol vallende Partijen, om hen in staat te stellen de in de artikelen 2A tot en met 2E, artikel 2I en artikel 2J van het Protocol vervatte beheersingsmaatregelen, en in de artikelen 2F tot en met 2H vervatte beheersingsmaatregelen waartoe wordt besloten ingevolge artikel 5, lid een bis uit te voeren. Bijdragen in het kader van deze regelingen treden niet in de plaats van andere vormen van financiële steun aan de onder de werking van dat lid vallende Partijen. De regelingen dienen alle overeengekomen meerkosten te dekken die die Partijen maken ten einde hen in staat te stellen de beheersingsmaatregelen van het Protocol uit te voeren. De vergadering van de Partijen stelt een lijst van de categorieën van meerkosten samen die als richtsnoer zal dienen. Wanneer een Partij die onder de werking van artikel 5, eerste lid, valt ervoor kiest gebruik te maken van financiering vanuit enige andere financiële regeling waardoor een deel van de overeengekomen meerkosten zou kunnen worden gedekt, wordt dat deel niet gedekt door de financiële regeling van artikel 10 van dit Protocol.
2.
De krachtens het eerste lid vastgestelde regelingen omvatten onder andere de instelling van een Multilateraal Fonds. Zij kunnen tevens andere vormen van multilaterale, regionale en bilaterale samenwerking omvatten.
3.
Het Multilaterale Fonds:
- a.
dekt, door schenkingen of zachte leningen, naar gelang de situatie, en overeenkomstig door de Partijen vast te stellen criteria, de overeengekomen meerkosten;
- b.
financiert bemiddeling tussen vraag en aanbod (clearing house activities) om:
- i.
de onder de werking van het eerste lid van artikel 5 vallende Partijen, door middel van specifieke landenstudies en andere vormen van technische samenwerking, te helpen vast te stellen op welke gebieden zij behoefte hebben aan samenwerking;
- ii.
technische samenwerking te vergemakkelijken om aan deze behoeften te voldoen;
- iii.
overeenkomstig artikel 9 gegevens en materiaal te verspreiden, en workshops, cursussen en andere soortgelijke activiteiten te organiseren, ten behoeve van Partijen die ontwikkelingslanden zijn; en
- iv.
andere vormen van multilaterale, regionale en bilaterale samenwerking die beschikbaar zijn voor Partijen die ontwikkelingslanden zijn, te vergemakkelijken en op die samenwerking toe te zien;
- c.
financiert de secretariële diensten van het Multilaterale Fonds en de kosten van daarmee verband houdende ondersteunende activiteiten.
4.
Het Multilaterale Fonds valt onder het gezag van de Partijen, die ter zake het algehele beleid bepalen.
5.
De Partijen stellen een Uitvoerend Comité in voor het ontwikkelen en het toezien op de uitvoering van specifieke beleidsplannen, richtlijnen en bestuurlijke regelingen, met inbegrip van de besteding van middelen, ten einde de doeleinden van het Multilaterale Fonds te verwezenlijken. Het Uitvoerend Comité zal zich van zijn taken en verantwoordelijkheden, zoals vervat in zijn door de Partijen overeengekomen mandaat, kwijten met medewerking en ondersteuning van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (Wereldbank), het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties of andere organisaties, afhankelijk van de terreinen waarop zij deskundig zijn. De leden van het Uitvoerend Comité, dat dient te zijn samengesteld op basis van een evenwichtige vertegenwoordiging van de onder de werking van het eerste lid van artikel 5 vallende Partijen enerzijds en de Partijen die daar niet onder vallen anderzijds, dienen door de Partijen te worden benoemd.
6.
Het Multilaterale Fonds wordt gefinancierd door bijdragen van niet onder de werking van het eerste lid van artikel 5 vallende Partijen in inwisselbare valuta, of onder bepaalde omstandigheden, in natura en/of in hun nationale valuta, op basis van de contributieschaal van de Verenigde Naties. Andere Partijen worden aangemoedigd bijdragen te leveren. Bilaterale en, in bepaalde gevallen overeengekomen in een beslissing van de Partijen, regionale samenwerking kunnen, tot een bepaald percentage van de Partijen vast te stellen criteria, worden beschouwd als een bijdrage aan het Multilaterale Fonds, op voorwaarde dat die samenwerking ten minste:
- a.
strikt verband houdt met naleving van de bepalingen van het Protocol ;
- b.
voorziet in extra middelen;
- c.
overeengekomen meerkosten dekt.
7.
De Partijen beslissen over het programmabudget van het Multilaterale Fonds voor ieder belastingtijdvak en over het percentage van bijdragen van iedere Partij aan dat budget.
8.
Besteding van middelen die ter beschikking staan van het Multilaterale Fonds, behoeft de instemming van de begunstigde Partij.
9.
Beslissingen van de Partijen krachtens dit artikel worden, wanneer mogelijk, met consensus genomen. Indien alle pogingen om consensus te bereiken vruchteloos zijn gebleken en er geen overeenstemming is bereikt, worden beslissingen genomen met een meerderheid van tweederde van de stemmen van de Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen, die een meerderheid vertegenwoordigen van de onder de werking van het eerste lid van artikel 5 vallende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen en van de niet daaronder vallende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen.
10.
De in dit artikel bedoelde financiële regelingen laten regelingen die in de toekomst ten aanzien van andere milieuvraagstukken worden ontwikkeld, onverlet.