Einde inhoudsopgave
Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken
Artikel 4A Handel met Partijen
Geldend
Geldend vanaf 10-11-1999
- Bronpublicatie:
17-09-1997, Trb. 1998, 233 (uitgifte: 05-10-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-11-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2001, Trb. 2001, 72 (uitgifte: 19-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer, na het verstrijken van de datum van geleidelijke stopzetting die voor een Partij van toepassing is, deze Partij ten aanzien van een aan uitworpbeheersing onderworpen stof, ondanks het feit dat zij alle mogelijke stappen heeft ondernomen om aan haar verplichtingen ingevolge het Protocol te voldoen, niet in staat is de productie van die stof voor binnenlands gebruik stop te zetten, anders dan voor vormen van gebruik ten aanzien waarvan de Partijen zijn overeengekomen dat deze cruciaal zijn, verbiedt zij de uitvoer van gebruikte, hergebruikte en geregenereerde hoeveelheden van die stof, anders dan ten behoeve van vernietiging.
2.
Het eerste lid van dit artikel is van toepassing onverminderd de toepasselijkheid van artikel 11 van het Verdrag en de procedure inzake niet-naleving ingevolge artikel 8 van het Protocol.