Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht
Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/6.4.4.1:6.4.4.1 Inleiding
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/6.4.4.1
6.4.4.1 Inleiding
Documentgegevens:
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS576371:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Deutscher Bundestag, ‘Gesetzentwurf. Entwurf eines Siebten Gesetzes zur Änderung des Gesetzes gegen Wettbewerbsbeschränkungen’, Drucksache 2004, 15/3640, p. 53, Meessen 2011, p. 45.
Langen/Bunte/Bornkamm 2014, § 33 GWB RdNrs. 15-16.
Podszun 2013, Vosch & Fritzsche 2013. Deze mogelijkheden voor consumentenverenigingen bespreek ik niet.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
336. In 1957 deed de voorloper van § 33 GWB zijn intrede in het Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen (de Duitse mededingingswet). Deze voorloper, toen nog § 35 GWB, voorzag al in de eerste versie van het GWB in 1957 in de mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen. Deze vordering tot schadevergoeding sloot aan bij § 823 lid 2 BGB. Het was dus vereist dat een Schutzgesetz was geschonden. Dit leverde problemen op omdat het kartelverbod in Duitsland alleen als Schutzgesetz gold als het kartel gericht was tegen bepaalde afnemers of leveranciers.1 Tot de ingrijpende zevende wijziging van het GWB in 2005 is de vordering grotendeels dezelfde gebleven. In 2005 is de vordering echter geheel opnieuw vormgegeven zodat zij los kwam te staan van § 823 lid 2 BGB en het vereiste van een Schutzgesetz.2 Bovendien gold tot 2005 dat de rechtsvordering op grond van 33 GWB beperkt was tot inbreuken op het GWB. Het was dus niet mogelijk om bij een inbreuk op artikel 101 of 102 VWEU een beroep te doen op § 33 GWB. In 2005 is de formulering van § 33 GWB aangepast en de uit 33 GWB voortvloeiende rechtsvorderingen kunnen nu zowel voor inbreuken op het GWB als inbreuken op artikel 101 en 102 VWEU worden ingesteld. Met de achtste wijziging van het GWB in 2013 is de mogelijkheid tot privaatrechtelijke handhaving door de Duitse wetgever versterkt door de mogelijkheid voor verenigingen, in het bijzonder voor consumentenverenigingen (Verbraucherverbände), om een vordering tot beëindiging of een verbodsvordering in te stellen.3 Zie voor de Beseitigungs- en Unterlassungsanspruch de volgende sectie.