Einde inhoudsopgave
De positie van de vennootschap onder firma (IVOR nr. 97) 2016/7.2.2
7.2.2 Verhaalbaarheid
mr. P.P.D. Mathey-Bal, datum 28-09-2015
- Datum
28-09-2015
- Auteur
mr. P.P.D. Mathey-Bal
- JCDI
JCDI:ADS385851:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Voetnoten
Voetnoten
HR 18 december 1959, ECLI:NL:HR:1959:BG9455, NJ 1960/121 (De Gouw/De Hamer); Hof ’s-Gravenhage 10 mei 1951, NJ 1952/364.
HR 18 december 1959, ECLI:NL:HR:1959:BG9455, NJ 1960/121 (De Gouw/De Hamer).
HR 3 december 1971, ECLI:NL:HR:1971:AB3674, NJ 1972/117, m.nt. G.J. Scholten (Hotel Jan Luyken).
Dit lid luidt: Zur Zwangsvollstreckung in das Gesellschaftsvermögen ist ein gegen die Gesellschaft gerichteter vollstreckbarer Schuldtitel erforderlich.
Steitz HGB, § 124, aant. 18 en 31-32; § 129 Abs. 4 HGB. Voor de GbR bepaalt § 736 Zivilprozessordnung (ZPO): ‘Zur Zwangsvollstreckung in das Gesellschaftsvermögen einernach § 705 des Bürgerlichen Gesetzbuchs eingegangenen Gesellschaft ist ein gegen alleGesellschafter ergangenes Urteil erforderlich.’ Dit lijkt dus overeen te komen met hetgeen naar Nederlands recht geldt, namelijk dat een veroordeling van alle vennoten ook jegens de vennootschap werkt, maar het is aannemelijk dat het bepaalde in dit artikel niet langer geldt nu de Rechtsfähigkeit van de GbR is erkend. Zie bijv. BGH 22 maart 2011, II ZR 249/09 (OLG Hamm), NJW 2011/2048.
Geens & Wyckaert 2011/457.
Geens & Wyckaert 2011/458.
Geens & Wyckaert 2011/458.
Bij veroordeling van de VOF kan het vonnis alleen op het vennootschappelijk vermogen ten uitvoer worden gelegd en niet op de privévermogens van de vennoten.1 Wie zich naast of in plaats van op het vennootschappelijk vermogen wil verhalen op de privévermogens van de vennoten, zal tevens een vordering jegens de individuele vennoten moeten instellen.2 Bij veroordeling van alle vennoten persoonlijk ter zake van een vennootschapsschuld kan het vonnis ook ten uitvoer worden gelegd op het vennootschappelijk vermogen.3
Een zaakscrediteur van een VOF heeft dus twee afzonderlijke, maar samenlopende vorderingsrechten: een vorderingsrecht tegen de VOF (in de zin van de gezamenlijke vennoten) dat verhaalbaar is op het vennootschappelijk vermogen én een vorderingsrecht tegen een vennoot persoonlijk dat verhaalbaar is op diens privévermogen.
Naar Duits recht geldt eveneens dat een veroordelend vonnis ten aanzien van de OHG niet op de vermogens van de vennoten ten uitvoer kan worden gelegd. Een titel jegens alle vennoten kan, anders dan naar Nederlands recht, niet jegens de OHG ten uitvoer worden gelegd (§ 124 Abs. 2 HGB4 ).5 Naar Belgisch recht heeft een vonnis jegens de VOF óók gezag van gewijsde tegen de hoofdelijk aansprakelijke vennoten; als immers vast is komen te staan dat de VOF een opeisbare schuld aan een derde heeft, dan zijn de vennoten op grond van hun hoofdelijke aansprakelijkheid automatisch aansprakelijk voor deze schuld.6 Als een vennoot na veroordeling van de VOF wordt aangesproken, dan kan hij zich nog wel verweren door te bewijzen dat hij geen vennoot was op het tijdstip waarop de VOF de verbintenis aanging of dat de VOF in het geding onbevoegd is vertegenwoordigd. Een vennoot in privé kan op grond van art. 203 W.Venn. pas in rechte tot nakoming worden veroordeeld als de VOF zelf ook is veroordeeld. Art. 203 W.Venn. luidt als volgt:
‘Vennoten in een vennootschap onder firma of in een gewone commanditaire vennootschap kunnen niet persoonlijk worden veroordeeld op grond van verbintenissen van de vennootschap zolang deze niet zelf is veroordeeld.’
Hiermee wordt voorkomen dat een vennoot wordt veroordeeld zonder dat duidelijk is komen vast te staan dat de VOF is verbonden.7 In de praktijk worden de veroordeling van de Belgische VOF en van de vennoten (in die volgorde) vaak in één dagvaarding gevorderd. Zijn VOF en vennoten eenmaal veroordeeld, dan geldt wat uitwinning betreft geen volgorde: het vermogen van een vennoot mag worden uitgewonnen zonder dat eerst getracht is het vermogen van de Belgische VOF is uitgewonnen.8 Art. 203 W.Venn. is niet van openbare orde en moet dus door een onterecht gedagvaarde vennoot zelf worden ingeroepen.