Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 99 Inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2.
Behoudens de in de leden 3 tot en met 5 vermelde uitzonderingen, is deze verordening van toepassing met ingang van 1 januari 2016.
3.
In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn de bepalingen betreffende de bevoegdheden van de afwikkelingsraad om informatie te verzamelen en met de nationale afwikkelingsautoriteiten samen te werken bij de opstelling van afwikkelingsplannen krachtens de artikelen 8 en 9 en alle andere daarmee samenhangende bepalingen, van toepassing met ingang van 1 januari 2015.
4.
In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn de artikelen 1 tot en met 4, artikel 6, artikel 30, de artikelen 42 tot en met 48, artikel 49, artikel 50, lid 1, punten a), b) en punten g) tot en met p), artikel 50, lid 3, artikel 51, artikel 52, leden 1 en 4, artikel 53, leden 1 en 2, de artikelen 56 tot en met 59, de artikelen 61 tot en met 66, de artikelen 80 tot en met 84, de artikelen 87 tot en met 95, artikel 97 en artikel 98 van toepassing met ingang van 19 augustus 2014.
5.
In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn artikel 69, lid 5, artikel 70, leden 6 en 7, en artikel 71, lid 3, welke de Raad de bevoegdheid verlenen uitvoeringshandelingen vast te stellen en de Commissie de bevoegdheid verlenen gedelegeerde handelingen vast te stellen, van toepassing met ingang van 1 november 2014.
6.
De afwikkelingsraad dient met ingang van 1 januari 2015 maandelijks een door zijn plenaire vergadering goedgekeurd verslag bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in, waarin wordt ingegaan op de vraag of de voorwaarden voor de overdracht van de bijdragen aan het Fonds zijn vervuld.
De toepassing van de in lid 2 bedoelde bepalingen wordt met ingang van 1 december 2015 telkens met één maand uitgesteld indien uit die verslagen blijkt dat de voorwaarden voor de overdracht van de bijdragen aan het Fonds niet zijn vervuld. De afwikkelingsraad dient iedere keer aan het einde van die maand een nader verslag in.