Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 87 Aansprakelijkheid van de afwikkelingsraad
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De contractuele aansprakelijkheid van de afwikkelingsraad wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op het betrokken contract.
2.
Het Hof van Justitie is bevoegd uitspraak te doen op grond van arbitrageclausules die in een door de afwikkelingsraad gesloten contract zijn opgenomen.
3.
In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de afwikkelingsraad overeenkomstig de algemene beginselen die de rechtsstelsels van de lidstaten inzake overheidsaansprakelijkheid gemeen hebben, alle door hem of door zijn personeelsleden bij de uitvoering van hun taken veroorzaakte schade, met name hun afwikkelingstaken, met inbegrip van handelingen en verzuim ter ondersteuning van buitenlandse afwikkelingsprocedures.
4.
De afwikkelingsraad vergoedt een nationale afwikkelingsautoriteit voor de schadevergoeding tot betaling waarvan zij door een nationaal gerecht is gelast of die zij, in overeenstemming met de afwikkelingsraad, krachtens een minnelijke schikking heeft beloofd te betalen, en die het gevolg is van een handeling of verzuim van die nationale afwikkelingsautoriteit in de loop van een afwikkeling op grond van deze verordening van entiteiten en groepen als bedoeld in artikel 7, lid 2, en van entiteiten en groepen als bedoeld in artikel 7, lid 4, punt b), en lid 5, indien aan de voorwaarden voor de toepassing van die bepalingen is voldaan of krachtens artikel 7, lid 3, tweede alinea. Die verplichting geldt niet als die handeling of dat verzuim een inbreuk vormde op deze verordening of een andere bepaling van het Unierecht, dan wel op een besluit van de afwikkelingsraad, van de Raad of van de Commissie, die opzettelijk of door een kennelijke en ernstige beoordelingsfout is gepleegd.
5.
Het Hof van Justitie is bevoegd in alle geschillen in verband met de leden 3 en 4. De vorderingen inzake niet-contractuele aansprakelijkheid verjaren vijf jaar na het feit dat tot deze vordering aanleiding heeft gegeven.
6.
De persoonlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden jegens de afwikkelingsraad wordt beheerst door de bepalingen van het Statuut dat of de Regeling welke op hen van toepassing is.