Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 88 Beroepsgeheim en uitwisseling van informatie
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de leden van de afwikkelingsraad, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden van de afwikkelingsraad, de personeelsleden uitgewisseld met of gedetacheerd door de deelnemende lidstaten die afwikkelingstaken uitvoeren, geldt de geheimhoudingsplicht van artikel 339 VWEU en de desbetreffende bepalingen in het Unierecht, zelfs na afloop van hun functie. Met name mogen zij aan geen enkele persoon of autoriteit vertrouwelijke informatie bekendmaken waarvan zij bij de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden of via een bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit in verband met hun taken als bedoeld in deze richtlijn kennis hebben gekregen, tenzij in het kader van de uitoefening van hun taken als bedoeld in deze verordening of in een zodanig samengevatte of geaggregeerde vorm dat in artikel 2 bedoelde entiteiten niet kunnen worden geïdentificeerd, of met de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de autoriteit of de entiteit die de informatie heeft verschaft.
Informatie die onder de vereisten inzake beroepsgeheim valt, mag niet aan een andere publieke of particuliere entiteit worden verstrekt, tenzij dat in het kader van gerechtelijke procedures noodzakelijk is.
Die vereisten gelden ook voor kandidaat-kopers die worden gecontacteerd met het oog op de voorbereiding van de afwikkeling van een entiteit uit hoofde van artikel 13, lid 3.
2.
De afwikkelingsraad zorgt ervoor dat personen die permanent of occasioneel, direct of indirect, diensten verstrekken voor de uitvoering van zijn taken, waaronder ook zijn ambtenaren en andere personen die door de afwikkelingsraad zijn gemachtigd of door de nationale afwikkelingsautoriteiten zijn aangewezen om inspecties ter plaatse te verrichten, worden onderworpen aan de vereisten inzake beroepsgeheim die gelijkwaardig zijn aan de in lid 1 bedoelde geheimhoudingsplicht.
3.
De in lid 1 bedoelde vereisten inzake beroepsgeheim gelden ook voor waarnemers die de bijeenkomsten van de afwikkelingsraad bijwonen en voor waarnemers van niet-deelnemende lidstaten die deel uitmaken van interne afwikkelingsteams overeenkomstig artikel 83, lid 3.
4.
De afwikkelingsraad neemt de nodige maatregelen om de veilige behandeling en verwerking van vertrouwelijke informatie te garanderen.
5.
De afwikkelingsraad ziet erop toe dat informatie die openbaar wordt gemaakt geen vertrouwelijke elementen bevat, en gaat daarbij na welke gevolgen de openbaarmaking zou kunnen hebben voor het openbaar belang met betrekking tot het financieel, monetair of economisch beleid, voor de commerciële belangen van natuurlijke en rechtspersonen, voor het doel van inspecties, voor onderzoeken en voor controles. De procedure voor het nagaan van de gevolgen van het openbaar maken van informatie omvat een specifieke beoordeling van de gevolgen van een mogelijke openbaarmaking van de inhoud en de details van afwikkelingsplannen als bedoeld in de artikelen 8 en 9, en van de resultaten van beoordelingen als bedoeld in artikel 10 of de afwikkelingsregeling als bedoeld in artikel 18.
6.
Dit artikel belet niet dat de afwikkelingsraad, de Raad, de Commissie, de ECB, de nationale de afwikkelingsautoriteiten of de nationale bevoegde autoriteiten, met inbegrip van hun werknemers en deskundigen, informatie delen met elkaar en met bevoegde ministeries, centrale banken, depositogarantiestelsels, beleggerscompensatiestelsels, voor normale insolventieprocedures bevoegde autoriteiten, afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten van niet-deelnemende lidstaten, de EBA, of, behoudens artikel 33, autoriteiten van derde landen die taken uitoefenen die gelijkwaardig zijn aan de taken van de afwikkelingsautoriteiten, of, onder strikte vertrouwelijkheidseisen, met een kandidaat-koper, met het oog op het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel.