Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 30 Verplichting tot samenwerking en informatie-uitwisseling binnen het GAM
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De afwikkelingsraad stelt de Commissie in kennis van alle maatregelen die hij neemt ter voorbereiding van de afwikkeling. Ten aanzien van informatie die van de afwikkelingsraad is ontvangen, gelden voor de leden en de personeelsleden van de Raad en de Commissie de in artikel 88 vastgestelde vereisten inzake beroepsgeheim.
2.
Bij de uitoefening van hun respectieve verantwoordelijkheden op grond van deze verordening werken de afwikkelingsraad, de Raad, de Commissie, de ECB en de nationale afwikkelingsautoriteiten en nationale bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten nauw samen, met name in de fasen van afwikkelingsplanning, vroegtijdige interventie en afwikkeling krachtens de artikelen 8 tot en met 29. Zij verstrekken elkaar alle informatie die zij nodig hebben voor de uitvoering van hun taken.
3.
De ECB of de nationale bevoegde autoriteiten zenden de overeenkomsten voor financiële steun binnen de groep waarvoor toestemming is verleend, en alle wijzigingen daarvan, toe aan de afwikkelingsraad en de nationale afwikkelingsautoriteiten.
4.
Voor de toepassing van deze verordening kan de ECB de voorzitter van de afwikkelingsraad uitnodigen om als waarnemer deel te nemen aan de raad van toezicht van de ECB, die overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 is opgericht. Indien dat passend wordt geacht, kan de afwikkelingsraad daartoe een andere vertegenwoordiger aanwijzen ter vervanging van de voorzitter.
5.
Voor de toepassing van deze verordening wijst de afwikkelingsraad een vertegenwoordiger aan die deelneemt aan het afwikkelingscomité van de EBA, dat overeenkomstig artikel 127 van Richtlijn 2014/59/EU is opgericht.
6.
De afwikkelingsraad streeft ernaar nauw samen te werken met openbare faciliteiten voor financiële steun, waaronder de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), met name in de in artikel 27, lid 9, bedoelde uitzonderlijke omstandigheden en wanneer een dergelijke faciliteit directe of indirecte financiële steun heeft verleend, of dat waarschijnlijk zal doen, aan entiteiten die in een deelnemende lidstaat zijn gevestigd.
7.
Zo nodig sluit de afwikkelingsraad een memorandum van overeenstemming met de ECB en de nationale afwikkelingsautoriteiten en de nationale bevoegde autoriteiten met een algemene beschrijving van de wijze waarop zij uit hoofde van de leden 2 en 4 zullen samenwerken bij de uitoefening van hun respectieve taken krachtens het Unierecht. Het memorandum wordt regelmatig geëvalueerd, en wordt openbaar gemaakt met inachtneming van de vereisten inzake geheimhouding.