Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 70 Vooraf te betalen bijdragen
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De individuele bijdrage van elke instelling wordt ten minste jaarlijks geïnd en wordt berekend volgens de verhouding tussen het bedrag van haar passiva (exclusief eigen vermogen), verminderd met gedekte deposito's, en het totaalbedrag van de passiva (exclusief eigen vermogen), verminderd met gedekte deposito's van alle instellingen waaraan op de grondgebieden van alle deelnemende lidstaten vergunning is verleend.
2.
Elk jaar berekent de afwikkelingsraad, na raadpleging van de ECB of de nationale bevoegde autoriteit en in nauwe samenwerking met de nationale afwikkelingsautoriteiten, de individuele bijdragen om ervoor te zorgen dat de bijdragen die alle instellingen waaraan op de grondgebieden van alle deelnemende lidstaten vergunning is verleend, verschuldigd zijn, niet meer bedragen dan 12,5 % van het streefbedrag.
Elk jaar wordt de berekening van de bijdragen van individuele instellingen gebaseerd op:
- a)
een vaste bijdrage op basis van de verhouding tussen het bedrag van de passiva van de instelling (exclusief eigen vermogen en gedekte deposito's) en het totaalbedrag van de passiva (exclusief eigen vermogen en gedekte deposito's) van alle instellingen waaraan op de grondgebieden van de deelnemende lidstaten vergunning is verleend; en
- b)
een voor risico's aangepaste bijdrage op basis van de criteria in artikel 103, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel, zonder verstoringen tussen de structuren van de banksector in de lidstaten te creëren.
De verhouding tussen de vaste bijdrage en de voor risico's aangepaste bijdragen houdt rekening met een evenwichtige verdeling van de bijdragen tussen de verschillende soorten banken.
In ieder geval bedraagt het totale bedrag van de overeenkomstig de punten a) en b) berekende bijdragen van alle instellingen waaraan op de grondgebieden van alle deelnemende lidstaten vergunning is verleend, op jaarbasis niet meer dan 12,5 % van het streefbedrag.
3.
De in aanmerking te nemen beschikbare financiële middelen om het in artikel 69 vermelde streefbedrag te bereiken, kunnen ook onherroepelijke betalingstoezeggingen omvatten die volledig zijn gedekt door zekerheden of activa met een laag risico die niet met rechten van derden zijn bezwaard, waarover vrij kan worden beschikt en waarvan uitsluitend gebruik kan worden gemaakt door de afwikkelingsraad voor de in artikel 76, lid 1, vermelde doeleinden. Het aandeel van die onherroepelijke betalingstoezeggingen is niet hoger dan 30 % van het totaalbedrag van de bijdragen dat overeenkomstig dit artikel wordt geïnd.
4.
De terecht ontvangen bijdragen van elke in artikel 2 bedoelde entiteit worden niet aan die entiteiten terugbetaald.
5.
De lidstaten die al nationale financieringsregelingen voor afwikkelingen hebben vastgesteld, kunnen bepalen dat die regelingen hun beschikbare financiële middelen, die tussen 17 juni 2010 en de datum van inwerkingtreding van Richtlijn 2014/59/EU bij de instellingen zijn geïnd, gebruiken om instellingen te vergoeden voor de vooraf te betalen bijdragen die deze instellingen wellicht in het Fonds moeten storten. Een dergelijke restitutie laat de in Richtlijn 2014/49/EU opgenomen verplichtingen van de lidstaten onverlet.
6.
De overeenkomstig artikel 103, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU door de Commissie vastgestelde gedelegeerde handelingen waarin het begrip ‘aanpassen van de bijdragen aan het risicoprofiel van de instellingen’ nader wordt omschreven, worden toegepast.
7.
Op voorstel van de Commissie stelt de Raad, in het kader van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen, uitvoeringshandelingen vast waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de leden 1, 2 en 3 worden bepaald, met name wat betreft:
- a)
de toepassing van de methode voor de berekening van individuele bijdragen;
- b)
de praktische modaliteitenvoor het verbinden van instellingen aan in de gedelegeerde handelingen omschreven riscofactoren.