Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/235
Verwerping beroep op noodweerexces ontoereikend gemotiveerd.
HR 04-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:192
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/00857
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188439:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:192, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1282, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2019
- Wetingang
Art. 41 lid 2 Sr
Essentie
De verwerping van het beroep op noodweerexces is door het hof ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Het hof heeft ten laste van de verdachte poging tot doodslag bewezenverklaard en vervolgens het beroep op noodweerexces verworpen.
Het hof heeft, gelet op zijn overwegingen, kennelijk geoordeeld dat het beroep op noodweerexces afstuit op de omstandigheid dat ten tijde van de bewezenverklaarde gedraging van de verdachte geen sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van het lijf van de verdachte of van zijn daar ook aanwezige broer. Het hof heeft echter in het midden gelaten of, zoals door de verdediging is aangevoerd, voorafgaand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.