Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/237
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en feitelijke leiding geven aan het opzettelijk niet tijdig doen van aangifte omzetbelasting begaan door een rechtspersoon. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over matiging straf toereikend verworpen? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 04-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:194
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/00694
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Omzetbelasting / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:194, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:108, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Essentie
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en feitelijke leiding geven aan het opzettelijk niet tijdig doen van aangifte omzetbelasting begaan door een rechtspersoon. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over matiging straf toereikend verworpen? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00694
Datum 4 februari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 31 januari 2018, nummer 22/004121-13, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de verdachte.