Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/8.4.3.1:8.4.3.1 Inleiding
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/8.4.3.1
8.4.3.1 Inleiding
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS445010:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zoals uiteengezet in par. 4.7.3, wordt de opdracht aan de deskundige door de rechter verstrekt. Bij de formulering van de opdracht is de rechter gebonden aan de omvang van de rechtsstrijd van partijen, dat wil zeggen aan de vordering, het verweer en de feiten die tussen partijen vaststaan en in geschil zijn (art. 24 en 149 Rv). In par. 4.7.3 heb ik toegelicht dat aan een deskundige kan worden gevraagd op zijn vakgebied feiten te verzamelen, te ordenen, op te helderen en/of te verklaren, kennis of ervaringsregels te verschaffen en/of conclusies te trekken uit vaststaande of door de deskundige opgehelderde feiten. In de opdracht staan de vragen die in dit kader aan de deskundige worden voorgelegd. Met de opdracht worden de grenzen afgebakend van de feiten die tijdens het deskundigenonderzoek in de waarheidsvinding zijn betrokken. Meestal is voor de deskundige uit de opdracht niet zonder meer kenbaar om welke feiten het gaat. Zoals vermeld in par. 4.6.3, leidt hij uit de vragen in samenhang met de processtukken af welke feiten in het deskundigenonderzoek zijn betrokken, en welke daarvan tussen partijen vaststaan en in geschil zijn. In de wetsgeschiedenis is vermeld, zoals besproken in par. 4.5.3 en 6.4.1.1, dat het in de rede ligt dat de rechter in de vraagstelling rekening houdt met de mogelijkheid dat de deskundige in zijn onderzoek nog meer of andere feitelijke aspecten wil betrekken dan de punten waarover de rechter deskundige voorlichting wenst. Wanneer niet met zoveel woorden in de opdracht is vermeld op welke feiten het deskundigenonderzoek betrekking dient te hebben en de deskundige in de opdracht de ruimte krijgt om zich op zijn vakgebied te richten op de aspecten die naar zijn oordeel voor de beslissing van het geschil van belang zijn, wordt aan de deskundige overgelaten of hij blijft binnen de grenzen van de opdracht van de rechter en de rechtsstrijd van partijen. Doordat de rechter meestal niet betrokken is bij het deskundigenonderzoek, partijen weinig mogelijkheden hebben om in het deskundigenonderzoek te participeren, en de deskundige vrij is in de inrichting van het onderzoek, zijn partijen en de rechter grotendeels afhankelijk van de mate waarin de deskundige tijdens het deskundigenonderzoek in staat is om te doorgronden of hij blijft binnen de grenzen van de opdracht en de rechtsstrijd van partijen. Zoals uiteengezet in par. 6.4.1.1, kan een deskundige die het onderzoek zelfstandig verricht, het deskundigenonderzoek in de praktijk op eigen initiatief of op verzoek van partijen uitbreiden, hoewel partijen de vraagstelling van de rechter, anders dan in Frankrijk of Engeland, niet door middel van opmerkingen en verzoeken mogen uitbreiden.