RvdW 2020/470:Aanhoudingsverzoek niet gemachtigde raadsman ttz. op de grond dat het in belang van verdachte is dat hij gebruik kan maken van zijn aanwezigheidsrecht en dat raadsman niet is gebleken dat verdachte op de hoogte is van tz. en ook niet dat dagvaarding juist is betekend, door hof afgewezen o.g.v. overweging dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik wenst te maken, nu niet duidelijk is waarom verdachte niet aanwezig is en raadsman niet beschikt over actuele contactgegevens van verdachte. HR: op in CAG vermelde redenen slaagt middel. CAG: dagvaarding in h.b. is niet in persoon betekend, terwijl evenmin anderszins is vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk weet had van tz. Hof heeft aanhoudingsverzoek afgewezen op enkele grond dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik wenste te maken. Dat oordeel is, gelet op beoordelingskaders voor aanhoudingsverzoeken (ECLI:NL:HR:2018:1934 en ECLI:NL:HR:2019:1142), niet begrijpelijk. Hof had bij beoordeling van aanhoudingsverzoek afweging moeten maken tussen alle bij aanhouding van onderzoek ttz. betrokken belangen. Dat heeft hof niet gedaan. Volgt vernietiging en terugwijzing.