Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/848
Strafmaximum voor minderjarige verdachten, gelet op latere veroordelingen.
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1023
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/04077
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Jeugdstrafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1023, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad geeft het kader voor de berekening van het strafmaximum voor strafbare feiten, gepleegd door een minderjarige, die nadien voor andere feiten is veroordeeld, waarbij zowel het jeugd- als het volwassenenstrafrecht is toegepast. Vervolg op Hof ’s-Hertogenbosch 14 september 2018, NJFS 2018/209.
Samenvatting
De ten tijde van het feit 14-jarige en inmiddels meerderjarige verdachte wordt verdacht van poging gekwalificeerde doodslag. Intussen is hij meermalen veroordeeld, waarbij zowel het jeugd- als het volwassenenstrafrecht is toegepast. Redelijke wetstoepassing brengt met zich dat in gevallen als het onderhavige:
a) de rechter ook in geval van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.