NJFS 2018/209
Strafmaximum voor destijds minderjarige verdachte na latere veroordelingen.
Hof 's-Hertogenbosch 14-09-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3901
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
14 september 2018
- Magistraten
Mrs. F.C.J.E. Meeuwis, S.C. van Duijn, O.A.J.M. Lavrijssen
- Zaaknummer
20-000511-16
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Jeugdstrafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2018:3901, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 14‑09‑2018
- Wetingang
Art. 45, 63, 77a, 77i, 77gg, 288 Sr
Essentie
Jeugdstrafrecht. Strafmaximum. De thans 24-jarige en ten tijde van het feit 14-jarige verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot gekwalificeerde doodslag, terwijl hij in de tussentijd meermalen is veroordeeld, zowel als minderjarige als als meerderjarige. In jeugdzaken is niet de letterlijke tekst van art. 63 Sr van toepassing maar de rechter moet ook in het jeugdstrafrecht rekening houden met eerdere strafoplegging(en), indien het te berechten feit heeft plaatsgevonden voorafgaand aan die eerdere veroordelingen. Redelijke wetsuitleg brengt naar het oordeel van het hof mee dat art. 77gg lid 2 Sr aldus moet worden uitgelegd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.