RvdW 2019/854:Bescherming van de consument. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Beding inzake vervroegde opeisbaarheid van de hypothecaire lening. Vaststelling van het deels oneerlijke karakter van het beding. Bevoegdheden van de nationale rechter met betrekking tot een als ‘oneerlijk’ gekwalificeerd beding. Vervanging van het oneerlijke beding door een bepaling van nationaal recht.