Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/844
Cassatieberoep tegen klaagschrift inbeslagneming niet-ontvankelijk nu in strafzaak al beslissing is genomen.
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1063
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02556
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69919:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1063, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:415, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Cassatieberoep tegen ongegrondverklaring klaagschrift tegen inbeslagneming niet-ontvankelijk, nu in een strafzaak tegen een ander al een (nog niet onherroepelijke) beslissing is genomen over de inbeslaggenomen voorwerpen.
Samenvatting
Het hof heeft het klaagschrift van klager, strekkende tot teruggave van onder A inbeslaggenomen geld en goederen, ongegrond verklaard. Nu die voorwerpen bij een — nog niet onherroepelijke — uitspraak door de rechtbank in een strafzaak tegen A zijn verbeurdverklaard, is klager niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep. De beslissing van het hof is immers naar zijn aard een beslissing gegeven in afwachting van het oordeel van de strafrechter dienaangaande en door die beslissing omtrent het beslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.