Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/852
Werkingssfeer. Begrippen ‘consument’ en ‘verkoper’. Financiering voor het verwerven van een hoofdverblijf. Vastgoedlening toegekend door een werkgever aan zijn werknemer en diens echtgenoot of echtgenote, hoofdelijk verbonden medekredietnemer.
HvJ EU 21-03-2019, ECLI:EU:C:2019:232 (Pouvin en Dijoux)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
21 maart 2019
- Magistraten
M. Vilaras, J. Malenovský, L. Bay Larsen, M. Safjan, D. Šváby
- Zaaknummer
C-590/17
- Conclusie
A-G M. Bobek
- Roepnaam
Pouvin en Dijoux
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:232, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 21‑03‑2019
ECLI:EU:C:2018:920, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2018
- Wetingang
Art. 2 onder b en c Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Henri Pouvin, Marie Dijoux, echtgenote Pouvin tegen Électricité de France (EDF).
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Frankrijk) bij beslissing van 4 oktober 2017.
Werkingssfeer. Begrippen ‘consument’ en ‘verkoper’. Financiering voor het verwerven van een hoofdverblijf. Vastgoedlening toegekend door een werkgever aan zijn werknemer en diens echtgenoot of echtgenote, hoofdelijk verbonden medekredietnemer.
Artikel 2, onder b), van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.