De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.5.4.6:13.5.4.6 Omvang van de wijziging
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.5.4.6
13.5.4.6 Omvang van de wijziging
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377877:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijvoorbeeld Van Mierlo (Burgerlijke Rechtsvordering), art. 611c Rv, aant. 3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voor de beantwoording van de vraag of in een concreet geval sprake is van een 'andere veroordeling' waaraan met terugwerkende kracht een dwangsomveroordeling wordt verbonden, is ook de omvang van de wijziging van de veroordeling in eerste aanleg relevant. In het arrest Telfort/Scaramea bleek het voor Telfort van aanvang af onmogelijk te zijn geweest om een substantieel gedeelte van het aantal poorten waartoe zij was veroordeeld, te leveren. Een veel geringere afwijking zou echter wellicht tot een ander oordeel hebben geleid,1 omdat in dat geval betoogd zou kunnen worden dat niet van een wezenlijk andere hoofdveroordeling sprake was. Zou Telfort bijvoorbeeld 10 poorten niet hebben kunnen leveren, dan zou de bekrachtiging van de dwangsomveroordeling, die dan aan een veroordeling tot het leveren van 4990 poorten zou zijn verbonden, waarschijnlijk geen doorslaggevend bezwaar hebben opgeleverd.
In de Telfort casus bleek daarentegen niet slechts een gering gedeelte van de hoofdveroordeling voor Telfort onmogelijk om te verrichten: aan het overgrote deel van die veroordeling had Telfort onmogelijk kunnen voldoen. Het exorbitante bedrag dat aan dwangsommen was verbeurd (50 miljoen gulden) maakte het resultaat in geval van handhaving van de dwangsomveroordeling in deze casus mogelijk nog minder aanvaardbaar.