Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1215
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Dwangmedicatie. Klachtprocedure (art. 41a Wet Bopz). Toetsing ex nunc en ex tunc. Samenhang met zaak 17/03993.
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2894
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04119
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2894, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1248, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Dwangmedicatie. Klachtprocedure (art. 41a Wet Bopz). Toetsing ex nunc en ex tunc. Samenhang met zaak 17/03993.
Partij(en)
17 november 2017
Eerste Kamer
17/04119
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[betrokkene],wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
de STICHTING VINCENT VAN GOGH LOCATIE RC VENLO,gevestigd te Venlo,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de Stichting.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.