Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1172
Art. 34 Verordening Brussel I. Erkenning en tenuitvoerlegging; weigeringsgronden; strijdigheid met de openbare orde van de Europese Unie en de nationale openbare orde; begrip ‘openbare orde’; wederzijds vertrouwen; ‘quasi’-procedeerverboden.
HvJ EU 07-09-2023, ECLI:EU:C:2023:633 (Charles Taylor Adjusting)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
7 september 2023
- Magistraten
K. Jürimäe, M. Safjan, N. Piçarra, N. Jääskinen, M. Gavalec
- Zaaknummer
C-590/21
- Conclusie
A-G J. Richard de la Tour
- Roepnaam
Charles Taylor Adjusting
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2023:633, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 07‑09‑2023
ECLI:EU:C:2023:246, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2023
- Wetingang
Art. 34 Verordening (EG) nr. 44/2001 (Verordening Brussel I)
Essentie
Charles Taylor Adjusting Ltd e.a. tegen Starlight Shipping Co. e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door Areios Pagos (hoogste rechterlijke instantie, Griekenland) bij beslissing van 25 juni 2021.
Art. 34 Verordening Brussel I. Erkenning en tenuitvoerlegging; weigeringsgronden; strijdigheid met de openbare orde van de Europese Unie en de nationale openbare orde; begrip ‘openbare orde’; wederzijds vertrouwen; ‘quasi’-procedeerverboden.
Art. 34 punt 1 Verordening Brussel I moet aldus worden uitgelegd dat een gerecht van een lidstaat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing van een gerecht van een andere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.