Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1179
Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Gevolgen van de vaststelling dat een beding oneerlijk is. Wil van de consument om de overeenkomst te handhaven door de als oneerlijk aangemerkte bedingen te wijzigen. Bevoegdheden van de nationale rechter.
HvJ EU 12-10-2023, ECLI:EU:C:2023:774 (Luminor Bank)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
12 oktober 2023
- Magistraten
O. Spineanu-Matei, S. Rodin, L.S. Rossi
- Zaaknummer
C-645/22
- Conclusie
A-G A.M. Collins
- Roepnaam
Luminor Bank
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2023:774, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 12‑10‑2023
- Wetingang
Art. 6 lid 1 Richtlijn 93/13
Essentie
R.A. e.a. tegen ‘Luminor Bank AS’
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Litouwen) bij beslissing van 12 oktober 2022.
Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Gevolgen van de vaststelling dat een beding oneerlijk is. Wil van de consument om de overeenkomst te handhaven door de als oneerlijk aangemerkte bedingen te wijzigen. Bevoegdheden van de nationale rechter.
Artikel 6 lid 1 van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een nationale rechter, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.