Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1157
Art. 81 lid 1 RO. Begroting van vervangende schadevergoeding. Onderbouwing van de betwisting van de hoogte van de schade. AVG.
HR 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1669
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 december 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
23/00030
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1669, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:935, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑10‑2023
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/00030
Datum 1 december 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: B.M.H. Fleuren,
tegen
PME INVESTMENT SERVICES B.V.,
gevestigd te Den Bosch,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: PME,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
1.2
PME drijft een onderneming die zich bezighoudt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.