RvdW 2022/246:Deelname aan criminele organisatie die zich bezighoudt met bedrijfsmatig hennepteelt. Onder ‘het strafbare feit’, ‘het feit’ en ‘het misdrijf’ in art. 33a lid 1 Sr moet telkens het bewezenverklaarde feit worden verstaan. Voor verbeurdverklaring is vereist dat één van de in art. 33a lid 1 Sr genoemde gronden zich voordoet t.a.v. bewezenverklaard feit (vgl. HR 7 januari 2020, NJ 2020/47). Het kennelijke oordeel van het hof dat het geldbedrag geheel of grotendeels d.m.v. of uit baten van het onder 2 bewezenverklaarde is verkregen en dat het daarom vatbaar is voor verbeurdverklaring, is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat dit bewezenverklaarde slechts het voorhanden hebben, kopen en vervoeren betreft van de bedoelde goederen. Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. verbeurdverklaring van geldbedrag en terugwijzing.