Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/242
Cassatieprocesrecht. Art. 30c lid 1 Rv; art. 407 lid 3 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Procesinleiding niet ingediend langs elektronische weg; geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen.
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:257
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04877
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:257, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04877
Datum 18 februari 2022
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2],wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna: [eisers],
tegen
PROVINCIE ZUID-HOLLAND,gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de Provincie.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Op 4 mei 2021 heeft het gerechtshof Den Haag tussen partijen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.