Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/234
Huurrecht. Beëindiging huurovereenkomst woonruimte na opzegging. Verlenging huurovereenkomst voor bepaalde tijd (art. 7:273 lid 2 BW); rechtsgevolg. Tijdstip einde huurovereenkomst (art. 7:273 lid 3 BW).
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:270
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/02736
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:270, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:836, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2020
- Wetingang
Art. 7:273, 7:277 BW
Samenvatting
De verlenging voor bepaalde tijd als bedoeld in art. 7:273 lid 2 BW heeft niet tot gevolg dat de overeenkomst na ommekomst van de bepaalde tijd van rechtswege eindigt. De verlenging voor bepaalde tijd brengt mee dat de verhuurder de huurovereenkomst niet eerder opnieuw kan opzeggen dan drie maanden voor het einde van de tijd waarvoor is verlengd (art. 7:277 lid 2 BW). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.