Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/298
Poging tot doodslag op ex-vriendin (art. 45 jo. 287 Sr) en brandstichting in haar woning terwijl haar 3-jarige zoontje boven ligt te slapen (art. 157 lid 1 en 157 lid 3 Sr). 1. Bewijsklacht poging tot doodslag en brandstichting, redengevendheid bewijsmiddelen. Kon hof gebruik maken van indirect bewijsmateriaal? 2. Bewijsklacht brandstichting. Kan uit b.m. volgen dat verdachte brand heeft gesticht in woning van slachtoffer? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:306
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, T.B. Trotman, F. Posthumus
- Zaaknummer
23/00003
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:306, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:62, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑01‑2024
Essentie
Poging tot doodslag op ex-vriendin (art. 45 jo. 287 Sr) en brandstichting in haar woning terwijl haar 3-jarige zoontje boven ligt te slapen (art. 157 lid 1 en 157 lid 3 Sr). 1. Bewijsklacht poging tot doodslag en brandstichting, redengevendheid bewijsmiddelen. Kon hof gebruik maken van indirect bewijsmateriaal? 2. Bewijsklacht brandstichting. Kan uit b.m. volgen dat verdachte brand heeft gesticht in woning van slachtoffer? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/00003
Datum 5 maart 2024
ARREST
op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.