Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/292
Profijtontneming. Beroep op EHRM Geerings/Nederland. In dit specifieke geval geen schending onschuldpresumptie a.b.i. art. 6 lid 2 EVRM ondanks partiële vrijspraak in samenhangende strafzaak.
HR 05-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:301
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer, T. Kooijmans, T.B. Trotman
- Zaaknummer
21/04065 P
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:301, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1236, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2023
- Wetingang
Essentie
Profijtontneming. Wederrechtelijk verkregen voordeel uit medeplegen voorbereidingshandelingen bereiden harddrugs. De betrokkene is in de samenhangende strafzaak veroordeeld ter zake van het ‘voorhanden hebben’, maar vrijgesproken van ‘en/of verkocht en/of afgeleverd’. Nu echter de rechter in de strafzaak heeft vastgesteld dat de betrokkene de GBL die hij in vereniging voorhanden had, heeft verhandeld en afgeleverd, heeft de verdachte het mede daaruit geschatte voordeel daadwerkelijk verkregen. In dit specifieke geval geen strijdmet de onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM.
Samenvatting
De rechter in de strafzaak heeft de in de tenlastelegging voorkomende woorden ‘en/of verkocht en/of afgeleverd’ niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.