Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/295
Ontucht met zijn 13-jarige/15-jarige dochter door 39-jarige/41-jarige verdachte, art. 245 en 248 lid 2 Sr. 1. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. betrouwbaarheid verklaringen aangeefster, art. 359 lid 2 Sv. 2. Heeft hof bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd als ‘terwijl schuldige het feit begaat tegen zijn kind’, nu bewezenverklaarde ziet op periode van 1 juni 2001 tot en met 31 juli 2003 en aan art. 248 lid 2 Sr ontleende strafverzwarende omstandigheid pas op 1 januari 2010 is gaan gelden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:305
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, C. Caminada, T.B. Trotman
- Zaaknummer
22/00833
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:305, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:58, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑01‑2024
Essentie
Ontucht met zijn 13-jarige/15-jarige dochter door 39-jarige/41-jarige verdachte, art. 245 en 248 lid 2 Sr. 1. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. betrouwbaarheid verklaringen aangeefster, art. 359 lid 2 Sv. 2. Heeft hof bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd als ‘terwijl schuldige het feit begaat tegen zijn kind’, nu bewezenverklaarde ziet op periode van 1 juni 2001 tot en met 31 juli 2003 en aan art. 248 lid 2 Sr ontleende strafverzwarende omstandigheid pas op 1 januari 2010 is gaan gelden? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.