Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/296
Uitkeringsfraude door gedurende ruim 10 jaar met ex-man en (meerderjarige) kinderen gezamenlijke huishouding te voeren en na te laten juiste inlichtingen over woonsituatie te verstrekken aan gemeente, art. 227b Sr. 1. Bewijsklachten t.a.v. ‘gezamenlijke huishouding’ met ex-man en ‘medebewoning’ van kinderen. 2. Kwalificatieklacht, art. 17 Wet werk en bijstand (oud) en art. 17 Participatiewet. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:310
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/01474
- Conclusie
plv. A-G mr. M.E. van Wees
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:310, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:57, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑01‑2024
Essentie
Uitkeringsfraude door gedurende ruim 10 jaar met ex-man en (meerderjarige) kinderen gezamenlijke huishouding te voeren en na te laten juiste inlichtingen over woonsituatie te verstrekken aan gemeente, art. 227b Sr. 1. Bewijsklachten t.a.v. ‘gezamenlijke huishouding’ met ex-man en ‘medebewoning’ van kinderen. 2. Kwalificatieklacht, art. 17 Wet werk en bijstand (oud) en art. 17 Participatiewet. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/01474
Datum 5 maart 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.