RvdW 2024/295:Ontucht met zijn 13-jarige/15-jarige dochter door 39-jarige/41-jarige verdachte, art. 245 en 248 lid 2 Sr. 1. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. betrouwbaarheid verklaringen aangeefster, art. 359 lid 2 Sv. 2. Heeft hof bewezenverklaarde ten onrechte gekwalificeerd als ‘terwijl schuldige het feit begaat tegen zijn kind’, nu bewezenverklaarde ziet op periode van 1 juni 2001 tot en met 31 juli 2003 en aan art. 248 lid 2 Sr ontleende strafverzwarende omstandigheid pas op 1 januari 2010 is gaan gelden? HR: art. 81 lid 1 RO.