Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/454
Ontoereikend gemotiveerd oordeel dat voortduring beslag ex art. 94a Sv voldoet aan eisen proportionaliteit en subsidiariteit.
HR 04-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:416
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
22/00822
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:416, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
Het oordeel dat de voortduring van het beslag ex art. 94a Sv voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, is ontoereikend gemotiveerd. De enkele omstandigheid dat de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen klaagster binnen ongeveer anderhalve maand zou plaatsvinden, kan dat oordeel niet dragen.
Samenvatting
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit RvdW 2023/198 over de vraag wanneer de rechter blijk moet geven van onderzoek naar de vraag of voortzetting van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en welke eisen gesteld moeten worden aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.