Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/151
Ontoereikend bewijs van witwassen op bewezenverklaarde datum.
HR 23-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:47
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/00004
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:47, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1010, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2023
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen. Ontoereikend bewijs dat verdachte op de bewezenverklaarde datum de werkelijke herkomst van het aangetroffen geld en van de rechthebbende daarop heeft verhuld.
Samenvatting
Het hof heeft geoordeeld dat verdachte ‘met het overleggen van de stukken’ met een ‘achteraf geconstrueerd samenstel van verzinsels’ heeft geprobeerd de werkelijke herkomst van het geld en kennelijk ook de rechthebbende daarop te verhullen. Nu is bewezenverklaard dat het verhullen van de herkomst van het geldbedrag van € 23.000 en van de rechthebbende daarop heeft plaatsgevonden ‘op 28 augustus 2020’, terwijl het overleggen van de stukken en het afleggen van een verklaring daarover na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.