RvdW 2024/155:Beklag, beslag ex art. 94a Sv op bankrekeningen en contant geldbedrag onder klager. Schriftelijke afdoening klaagschrift zonder openbare behandeling klaagschrift i.v.m. COVID-19 (corona), art. 23 lid 2 Sv. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt het middel. CAG: O.g.v. art. 23 lid 2 Sv moeten OM, verdachte en andere procesdeelnemers door raadkamer worden gehoord, althans hiertoe worden opgeroepen, tenzij anders is voorgeschreven. In art. 552a lid 7 Sv is bepaald dat klaagschriften tegen beslagen op een openbare raadkamerzitting dienen te worden behandeld. Uit beschikking Rb volgt dat geen openbare raadkamerzitting heeft plaatsgehad. Mede gelet op procesverloop in deze zaak (i.h.b. omstandigheid dat uit dossier niet is gebleken dat raadsvrouw of klager heeft ingestemd met schriftelijke afdoening en dat daarmee evenmin is gebleken dat klager afstand heeft gedaan van recht op mondelinge behandeling) leidt verzuim tot cassatie. Volgt vernietiging en terugwijzing.